Vandaag vergeleek ik de strijd tegen de achteruitgang door de EDS met het voeren van een oorlog. Ik weet dat ik de oorlog uiteindelijk ga verliezen (lees: achteruit zal gaan). Maar ik geef niet op, ik vecht door! Toch dringt de vijand me steeds verder terug. Maar hé, kijk wat ik hier nog achter de hand heb, een lading soldaten te paard (dieet dat een positief effect heeft). Ik dring de vijand weer even terug. En wanneer de vijand mij weer in het nauw heeft, krijg ik gelukkig hulp van een bondgenoot die me ondersteunt met strijdkrachten (bijvoorbeeld mijn personal trainer met wie ik hard train). En zo vecht ik steeds dapper tegen de vijand. Maar langzaam aan verlies ik terrein, hoeveel hulptroepen ik ook aanwend. Toch blijf ik alle artillerie inzetten, want ook al weet ik dat ik niet als winnaar uit de strijd kan komen, ik zal me zo lang mogelijk staande houden. En ik zal met opgeheven hoofd kunnen terugkijken, wetende dat ik alles uit de kast heb gehaald om de vijand op afstand te houden.